De hybride auto heeft een lange voorgeschiedenis… In 1899 bedacht Ferdinand Porsche al de Lohner Porsche! De hedendaagse hybride auto werd in 1997 algemeen beschikbaar toen Toyota de Prius uitbracht. Door de hogere olieprijzen steeg de verkoop van de hybride auto sterk in de jaren 2000. Wereldwijd waren er 1 miljoen hybride auto’s verkocht door Toyota in 2007; in 2009 waren dit er 2 miljoen. Hoewel de term hybride kan slaan op elke combinatie van twee verschillende typen motoren wordt een hybride auto meestal behalve door een verbrandingsmotor ook aangedreven door een elektromotor waarvan de accu onder het rijden wordt opgeladen door een generator die op zijn beurt dan weer wordt aangedreven door de verbrandingsmotor. Door de bufferende werking van de accu die energieoverschotten kan opslaan en kan bijspringen bij vermogenstekort, kan de motor lopen met een optimaal toerental en rendement en met optimale uitstootwaarden voor milieuvervuilende stoffen. De meest in het oog springende ontwikkeling is de z.g. plug-in hybride (PHEV) waarbij de accu kan opgeladen worden via het gewone elektriciteitsnet. Plug-in hybrides zijn nog zuiniger, een brandstofverbruik van 1l./50 km of meer is niet meer uit te sluiten (Opel Ampera, Toyota Prius en de Volvo V60 PHEV)
Hybride wagens hebben een relatief laag verbruik en zijn vooral in stadsverkeer milieuvriendelijker. Maar je moet er wel mee leren rijden, je moet zo’n wagen verstandig gebruiken! Opvallend is bijvoorbeeld dat in stadsverkeer de elektromotor heel weinig geluid maakt, wat ten koste kan gaan van de veiligheid omdat andere weggebruikers (bv. voetgangers…) hem niet horen aankomen.